Kwaliteit en zorg

Op de As-Soeffah werken we volgens de PDCA-cirkel van Deming. De werkwijze van de zorgcyclus is cyclisch en handelingsgericht (HGW). Vier keer per schooljaar, elke 10 weken, vindt er een groepsbespreking plaats, gevolgd door een leerlingbespreking.


Groepsbespreking

Aan de hand van de checklist voor een groepsbespreking bereidt de leerkracht de groepsbespreking voor. Het doel van deze checklist is het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. (Zie website)


Aan de hand van het didactisch groepsoverzicht, waarin de resultaten, observaties en onderwijsbehoeften staan, de evaluatie van de methodetoetsen, de CITO-toetsen en de evaluatie van het groepsplan, wordt de voortgang van de groep besproken. Doelen die niet zijn behaald, worden meegenomen naar de volgende periode als onderhoudsdoelen. Ook de onderwijsbehoefte op groepsniveau wordt besproken.


Individuele leerlingbespreking

Leerlingen die extra zorg behoeven en/of waarbij de leerkracht hulpvragen heeft, worden tijdens de leerlingbespreking besproken. (Zie voor meer info www.assoeffah.nl)


Er wordt gekeken naar wat de leerling nodig heeft en wat de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht is. Er wordt onderzocht wat de onderliggende factoren kunnen zijn en wat de diagnose kan zijn. Tijdens deze bespreking worden er onder andere afspraken gemaakt met betrekking tot de vervolgstappen. De bespreking blijft cyclisch actief totdat de leerling voldoende vooruitgang toont. Dit is tevens het moment voor de evaluatie van het individuele handelingsplan. Gedijt de leerling met de huidige aanpak en interventies? Is de leerkracht in staat om de leerling te voorzien van zijn/haar onderwijsbehoeften? Positieve aspecten van de leerling worden eveneens benut bij de vervolgstappen.


Individueel handelingsplan

Tijdens de groepsbespreking met de intern begeleider wordt de leerling besproken. Wanneer de leerling structureel niet gedijt met de aangeboden lesstof van de huidige groep, wordt er een individueel handelingsplan opgesteld. Dit plan duurt zes tot acht weken. Na deze periode is er een periode van twee weken voor tussenevaluatie met de leerkracht, intern begeleider, ouders en de leerling. Bij het voortzetten van een handelingsplan krijgt de leerling weer gedurende zes tot acht weken een individuele aanpak.


Leerlingvolgsysteem en digitale leerlingdossier

Het leerlingvolgsysteem Parnassys is een programma dat de leerkrachten inzicht geeft in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau. De leerkracht voert toetsresultaten in van methodetoetsen en methodeonafhankelijke toetsen.


Maar het gaat niet alleen om studieresultaten, ook informatie over de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt erin opgenomen. Alle overzichten, plannen en notities worden toegevoegd. Het leerlingdossier bevat persoonsgegevens, die vallen onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG, 2018).

Rapporten

De ouders van de leerlingen van de groepen 1 en 2 krijgen twee keer per schooljaar een KIJK-rapport mee. De ouders van de kinderen van de groepen 3 t/m 7 krijgen in een schooljaar ook twee rapporten mee. In groep 8 is het net iets anders. De gang van zaken in groep 8 wordt ook in de schoolgids beschreven.


KIJK! rapport

KIJK! gaat uit van 17 ontwikkelingslijnen. Aan de hand van deze ontwikkelingslijnen stelt de leerkracht vast óf een leerling zich ontwikkelt en of de ontwikkeling gelijk loopt met de ontwikkeling van zijn of haar leeftijdsgenoten. Het is normaal dat het ontwikkelingsbeeld van een leerling zich bevindt in de marge van plus of min een half jaar ten opzichte van zijn of haar leeftijdsgenoten.

KIJK! geeft ons als leerkrachten en u als ouder/verzorger inzicht in welke ontwikkelingslijnen extra aandacht nodig hebben en op welke ontwikkelingslijnen uw kind meer uitdaging aankan. Tijdens de rapportbespreking zal de leerkracht het rapport van uw kind graag met u bespreken en verder toelichten.


Rapport groepen 3 tot en met 7

Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen een ander soort rapport. De meeste vakken worden beoordeeld met een G (Goed), V (Voldoende), M (Matig) of O (Onvoldoende). De scores van de Cito-toetsen worden weergegeven met een Romeins cijfer. Een I is ruim boven het landelijk gemiddelde, een II is boven het landelijk gemiddelde, een III is gelijk aan het landelijk gemiddelde, een IV is onder het landelijk gemiddelde en een V is ruim onder het landelijk gemiddelde.

Passend onderwijs

Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband Amsterdam en Diemen.


Ondersteuning binnen de basisschool

Het is ons streven om leerlingen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We denken daarbij vanuit de mogelijkheden van onze leerlingen en helpen hen zo goed mogelijk deze mogelijkheden te benutten.

Die hulp bij het leren noemen we 'ondersteuning'.

Soms signaleren de leerkracht of de ouders dat de ontwikkeling van een leerling niet helemaal naar verwachting verloopt. Wij willen dan graag in gesprek gaan met de ouders en de intern begeleider om samen tot een passende ondersteuning te komen.


Basisondersteuning

Onze school heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld. In dit schoolondersteuningsprofiel staat beschreven wat onze school op het gebied van ondersteuning kan bieden. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband bieden deze basisondersteuning aan.

Dat houdt in dat onze school haar basiskwaliteit op orde heeft, het dagelijks handelen altijd op de leerling afstemt (handelingsgericht werken), een interne ondersteuningsstructuur heeft en een behoorlijk aantal preventieve en licht curatieve interventies kan uitvoeren.


Extra ondersteuning

Voor sommige leerlingen is meer nodig dan basisondersteuning. Dat noemen we extra ondersteuning. Ook onze school biedt extra ondersteuning. Wij bieden Remedial Teaching aan voor de kernvakken rekenen, taal en technisch lezen.


Met de andere scholen binnen het samenwerkingsverband zorgen we ervoor dat voor iedere leerling de juiste extra ondersteuning beschikbaar is. Dit kan door ambulante begeleiding bij ons op school (een arrangement) of (tijdelijke) plaatsing op een andere school.


Aan de inzet van extra ondersteuning gaat altijd uitgebreid overleg vooraf met de ouders en de betrokken deskundigen. We zoeken daarbij ook zoveel mogelijk de samenwerking met Ouder- en Kindteams (OKT) in ons werkgebied.


De Basisondersteuning en het Schoolondersteuningsprofiel

Onze school heeft een ondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. In het schoolondersteuningsprofiel omschrijft de school hoe leerlingen met een extra ondersteuningsvraag begeleid worden en welke middelen de school hiervoor ter beschikking heeft. Ook het contact met de ouders hierover komt aan bod. Leerlingen met een extra ondersteuningsvraag hebben die ondersteuning nodig vanwege bijvoorbeeld een lichamelijke of verstandelijke beperking, een chronische ziekte, een gedragsprobleem of een leerstoornis.


Alle scholen binnen het samenwerkingsverband hebben via hun besturen afspraken gemaakt over het niveau van de basisondersteuning in de scholen. Iedere school binnen het samenwerkingsverband biedt deze basisondersteuning. Zie voor meer informatie het SOP op onze website.

Het signaleren van leer- en gedragsproblemen

Wij proberen zo optimaal mogelijk zorg en hulp te bieden aan leerlingen die het moeilijk hebben in hun leerproces. Om tijdig te kunnen helpen, volgen we de ontwikkeling van elke leerling. Wij maken gebruik van het leerlingvolgsysteem, waarmee wij al starten vanaf groep 1. Het systeem bestaat uit observatieformulieren en uitslagen van Cito-toetsen voor taal, lezen en rekenen.

 

Hoe we te werk gaan:

  • Op de toetskalender staat wanneer en voor welke leerling bepaalde observaties en Cito-toetsen plaatsvinden. De toetskalender ligt ter inzage op school.
  • De observatie- en toetsgegevens, maar ook informatie van de groepsleerkrachten, komen ter sprake in de leerlingenbespreking.
  • Leerkrachten schrijven handelingsplannen en voeren deze (eventueel met hulp van de tutor) uit. Dit betekent extra hulp en uitleg aan individuele leerlingen. Ouders/verzorgers dienen op de hoogte te zijn van deze handelingsplannen en ze te ondertekenen.
  • Bij de extra begeleiding van teamleden op schoolniveau zijn de betreffende intern begeleider en de ambulante begeleider (adviseur van buiten de school) betrokken.
  • Wanneer alle maatregelen binnen de school niet tot het gewenste resultaat leiden, kunnen wij voor individuele leerlingen extern onderzoek en advies inwinnen. Ook in dit geval worden de ouders/verzorgers eerst om toestemming gevraagd.

ZBO

Vijf keer per schooljaar is er een Zorg Breed Overleg (ZBO). Als de basisschool en de ouders samen tot de conclusie komen dat er meer ondersteuning nodig is dan de school kan bieden, brengt de school een leerling in. Dit gebeurt altijd met toestemming van de ouder(s)/verzorger(s). In zo'n overleg gaan ouders, de leerkracht, de intern begeleider en de directeur in gesprek met één of meer externe deskundigen, zoals de schoolmaatschappelijk werker, een hulpverlener van Jeugdzorg, een kinderpsycholoog en de jeugdarts.


In het ZBO wordt gezamenlijk besproken wat de onderwijs- en opvoedbehoeften zijn van de leerling: wat heeft deze leerling nodig om met plezier te leren? Ook wordt bepaald wat de ondersteuningsbehoeften zijn van de leerkracht en de ouders: wat hebben zij nodig om deze leerling te bieden wat hij/zij nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen?